Op de kortste winterdag van het voorlaatste jaar der twintigste eeuw, vertrekt Calixte Macquaire, burggraaf en zevende Heer van Heirne en Ommelanden, uit de echtelijke woning in de verkrotte Zurkelsteeg, om aan een beschamende bedeltocht te beginnen, een schooiersreis, die hem naar zijn moeder, de ongenaakbaar kwade harpij Valentine Talloen de Wadripont leiden moet. Wat zich aankondigt als een kortstondig verblijf op het voorvaderlijke kasteel, krijgt spoedig het aanschijn van een eeuwigdurende dolage, ook al door het plotselinge opdoemen van Dwan, dwergvrouw en poedermeisje, een allerlieftalligst, grotemensenpraat verkopend, ondermaats persoontje, dat, niet ongelijk aan Dantes gids, de burggraaf door tijd en ruimte vergezelt en hem derhalve tot getuige promoveert van talrijke wondere, in het duister toevende affaires. Zichzelve bevragend wat hem zo onlosmakelijk aan het koboldwijfje bindt en hoe het komt dat hij maar niet in staat wordt gesteld naar de Zurkelsteeg en naar zijn enige liefde, zijn klein pernuit van een echtgenote, Poetie, terug te keren, raakt de zevende Heer van Heirne verder van huis en dichter bij zijn uiteindelijke lotsbestemming...
De thuisreis van de wijnverlater
Roman (2000)
Uitgeverij Van Halewyck, Leuven
ISBN 90 5617 289 1