Liefdesverdriet vertoont alle kenmerken van een magistraal prozaïsch epos. Alle personages zijn vermommingen, spelen de werkelijkheid en de werkelijkheid zelf komt als een vermomming in close up te voorschijn. De auteur roept een danteske wereld op. Implosief in en doorheen de taal en de taalgelaagdheid die overdadig, geladen, overgevoelig en barok is modelleert Roobjee personages die modellen worden voor voyeurisme, voor verkropte emoties, voor onderhuidse en helse haat.