Volgens de jongste berichten is de toestand in Nederland niet erg rooskleurig. De bevolking zwijgt, zweet en zwoegt onder het diktatoriaal bewind van President Van der Horst. Het staatshoofd is onverbloemd voorstander van een streng maar geïsoleerd regime dat steunt op individuele repressie. Tegen een dergelijke situatie is een man als Vincent van Gogh niet opgewassen, niet alleen omdat hij Van Gogh heet naar de welbekende sigarenkoning Van Gogh wiens langharige werkschuwe nazaat hij is, maar tevens omdat hij van mamaatje de excentrieke voornaam Vincent meekreeg. Drank is zijn enige redding, en dan, de heldendaden, de vervoering van de weerstand, de kameraden in het maquis van het Amsterdamse bos en de onmetelijke eenzaamheid van de Hoge Veluwe. Ja, wat kan er verder zoal gebeuren met knappe journalisten, baronessen en gastarbeiders in Nederland, wanneer de fascistische revolutie zich voltrokken heeft? Een knotsgek boek, barstend van de kolder, maar met een grimmige ondertoon.
Vincent en Astrid van Gogh verdwijnen in een korenveld
Roman (1977)
Manteau, Brussel en Den Haag
ISBN 90 223 0577 5